Geen rechtsgeldig ontslag op staande voet wegens onvoldoende functioneren
Op 9 juni 2023 oordeelde de kantonrechter in Den Haag over een geschil tussen een werknemer en zijn werkgever, Wedel Software B.V. De werknemer was sinds 1 juni 2022 in dienst als [functie] en werkte volledig vanuit huis. Op 10 februari 2023 werd hij op staande voet ontslagen wegens vermeend onvoldoende functioneren.
Eis van de werknemer
De werknemer betwistte het ontslag en verzocht de rechter om:
- • Een schadevergoeding van € 6.544,80 wegens onregelmatige opzegging
- • Een transitievergoeding van € 1.287,-
- • Een billijke vergoeding van € 14.968,80
- • Uitbetaling van € 1.654,70 aan niet-genoten vakantiedagen
- • Een verklaring dat het concurrentie- en relatiebeding nietig zijn
Oordeel van de kantonrechter
De rechter oordeelde dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was. De werkgever had onvoldoende aangetoond dat er sprake was van een dringende reden voor ontslag. Er was geen sprake van werkweigering, maar eerder van onvoldoende begeleiding en communicatie vanuit de werkgever. De werknemer had geen vergelijkbare functie-ervaring en werkte volledig op afstand, wat de situatie bemoeilijkte.
Uitspraak
De kantonrechter veroordeelde de werkgever tot betaling van:
- • € 6.544,80 bruto wegens onregelmatige opzegging
- • € 1.287,- bruto als transitievergoeding
- • € 7.449,53 bruto als billijke vergoeding
- • € 1.654,70 bruto voor niet-genoten vakantiedagen
Daarnaast verklaarde de rechter het concurrentie- en relatiebeding nietig wegens het ontbreken van een deugdelijke motivering. De proceskosten van € 1.486,- kwamen eveneens voor rekening van de werkgever.
Conclusie
Deze uitspraak benadrukt het belang voor werkgevers om zorgvuldig te handelen bij ontslag op staande voet. Een goed gedocumenteerd verbetertraject en duidelijke communicatie zijn essentieel. Ontbreekt dit, dan kan een ontslag op staande voet als onrechtmatig worden beschouwd, met financiële consequenties tot gevolg.